Het Straten van de Guld

"Dor hedde de guld, dor hedde de guld
Dor hedde jandomme de guld ......
"

Dat was het begin van een liedje, dat wij als Stratense kinderen zongen op de maat van een Gildemars. En die guld uit het liedje was voor ons Sint Joris uit Straten.
Een andere guld bestond niet in ons kleine wereldje.
Ook de gedachte dat er misschien wel enig verband bestond tussen ons woord guld en de ambachtelijke Gilden uit ons geschiedenisboekje kwam niet in ons op.
De guld, was de guld en gilde was geschiedenis.
Laten we daarom, als het we het over ons Stratens gilde hebben, zoveel mogelijk het woord guld gebruiken. Dat past beter bij Sint Joris (Sint Jurris) en bij Straten.
Volkomen ontwetend waren we ook over de ouderdom van de guld, maar daarin stonden we niet alleen. Zelfs nu nog zijn kenners niet zeker van het precieze tijdstip van het ontstaan van de schuttersgilden. Dus ook niet van ons guld.

Enkele zaken weten we wel.
De meeste Sint Jorisgilden zijn van oorsprong schuttersgilden geweest, die have en goed van de burgers moesten beschermen. Als ons guld ook zo'n beschermde functie heeft gehad, moet ze in ieder geval opgericht zijn voor dat het buskruit algemeen in wapens gebruikt werd.
Anders zou Sint Joris wel met geweren uitgerust zijn in plaats van met pijl en boog.

Een andere gevolgtrekking is, dat Straten bij de oprichting van de guld zo belangrijk geweest moet zijn, dat een eigen schutterij nodig was. (In Oirschot dorp was ook al een Sint Joris schutterij) Straten is dus geen buurtschap die de laatste eeuwen uitgegroeid is. Het tegendeel is waar.

Straten - vooral de kern - is oud en in het verleden belangrijker geweest dan nu. Waarschijnlijk is de kern zelfs ouder dan een middeleeuws akkerdorp, waar het alle kenmerken van heeft. Wie weet komen we binnenkort nog wel eens voor historische verrassingen te staan.
Tenslotte: de oude hertgang Straten was een groter gebied, dan de tegenwoordige buurt. Het omvatte ook het Moleneind, de Stad, de Keuterstraat (Pallande), Snepseind (Liempsedijk), het Laageind (de Fransman/Lopensestraat), Heerebeek enz. Zelfs een stuk van de Oirschotse hei hoorde bij Straten.

We zullen even in vogelvlucht de geschiedenis van de hertgang van onze guld doornemen.
In 1542 is de typische driehoeksvorm van de Stratense kern al beslist aanwezig geweest, met aan de ene kant de lage graslanden en aan de andere kant de hoge akkers (d'akker).
Er was een windmolen voor het malen van het koren, waarschijnlijk op de Statense hei, Sint Antonius was in die tijd wellicht al de strohalm in Stratense noden. En noden waren er regelmatig.
Vermoedelijk was er ook een voorloper van de huidige kapel.
Tijdens de tachtigjarige oorlog (1568-1648) tussen katholieken en gereformeerden, tussen de noordelijke Nederlands gewesten en de Spaanse regering doorkruisten regelmatig legertjes Brabant. Die legertjes eisten voedsel, karren en verse paarden. Daarbij is ook Straten niet gespaard. In 1629 werd na een langdurig beleg Den Bosch veroverd door de troepen van Frederik Hendrik. Wellicht hebben onze voorouders tijdens dit beleg troepen van Frederik Hendrik in hun midden gehad.

In 1648 breekt er een tijd van vrede aan.
Maar aan die vrede kleefde wel een heel groot nadeel voor Brabant. De uitoefening van de katholieke godsdienst wordt o.a. verboden en Hollandse gereformeerde ingevoerd om hier de overheidsbanen te bezetten.

Pas na 1770 is er weer iets nieuws te melden van het Stratense front.
Er wordt namelijk "een nieuwe huysing" gebouwd op Bijsterveld. Als het klaar is, krijgen we de adelijke familie Sweerts de Landes - de laaste Heren van Oirschot - binnen onze buurtgrenzen.
Vervolgens - in 1790 - komt de eerste legale schoolmeester naar Straten, met in zijn kielzog bouwlieden om een nieuwe school te bouwen. Die school komt niet in de oude kern, maar even daarbuiten.

In 1794 krijgen we Franse overheersers.
Of onze voorouders ooit een Fransman in levende lijve gezien hebben, is niet bekend. Of zij ze in 1809 massaal uitgelopen, om zich te vergapen aan Lodewijk Napoleon en zijn hoge gezelschap, bij zijn bezoek aan Oirschot?

1821 is het jaar van de afscheiding van Best. Als naaste (en goede?) buur van Aarle, moet Straten dat goed gevoeld hebben. Bovendien komt de buurtschap daarmee aan de rand van Oirschot te liggen.
In 1853 wordt een nieuwe Antoniuskapel gebouwd, precies in het midden van de driehoek. Ondertussen zijn er ook plannen voor een nieuwe "kunstweg" tussen Oirschot en Best in de maak.
Daarbij ontstaat natuurlijk enig geharrewar over de beste ligging. Moet hij midden door Straten komen, via de lijksteeg (begon in de Bollen, tegenover nr. 6) naar Aarle of is het beter de beide kernen links te laten liggen? Dat het de laatste mogelijkheid is geworden, is duidelijk.
De Stratense molenaar profiteert onmiddelijk van de moderne harde route. Als de oude molen op de hei afgebroken is laat hij in 1859 een nieuwe bouwen langs die Bestseweg.
De guld, die haar schietterrein bij de oude molen had, verhuist niet mee.

Waar de stilstand van Straten begonnen is, is niet duidelijk, maar als in 1903 de paters Montfortanen onze buurtgenoten worden, is Straten al een stille buurtschap.
Rond 1900 komt er nog wel een boterfabriekje - later cafe en vervolgens kruidenierswinkel -, maar dat wordt opgeheven bij de oprichting van de stoomzuivelfabriek in het dorp.
Rond 1920 wordt het kanaal gegraven. Straten wordt van haar hei gescheiden en de guld verlaat haar eeuwenoude schietterrein dat door het kanaal te moeilijk bereikbaar is geworden.
Het cafe in de kern verdwijnt geruisloos en als in 1978 de laatste kruidenier zijn winkeldeuren voorgoed sluit wordt het stil in Straten. Wat gebleven is: een mooie oude kern met kapel, een school, een cafe, de mulder en natuurlijk.... de guld!

Uit programmaboekje Gildemanifestatie Oirschot 12 juli 1992.